Fonds 21 x Kansfonds x PDZ: Zo geven we thuis!
Eén miljoen Nederlanders hebben geen thuis. Ze hebben geen dak boven het hoofd, onvoldoende geld om van te leven en niet het diepe besef erbij te horen. De problematiek rondom thuisloosheid wordt gezien als een veelkoppig monster: het is omvangrijk, complex en achter elke oplossing schuilt weer een nieuw probleem. Die ingewikkeldheid wordt echter te vaak aangegrepen om dan maar niets te doen.
Momenteel laat Nederland zien wat er wél kan. De samenleving zet zich massaal in om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen; bij mensen in huis of in razendsnel omgebouwde lege kantoorpanden. Ook de overheid helpt en faciliteert hierbij, bijvoorbeeld door uitkeringsgerechtigden niet meer te korten op hun uitkering als ze een vluchteling uit Oekraïne in huis nemen. Kortom, Nederland geeft massaal thuis. Hoe houden we deze energie vast, niet alleen voor vluchtelingen uit Oekraïne maar voor alle mensen zonder thuis? Daarover gingen maatschappelijke initiatieven, ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en politici dinsdag 31 mei in gesprek in Pakhuis de Zwijger. De avond werd gemodereerd door Dionne Abdoelhafiezkhan.
De bijeenkomst ‘Zo geven we thuis’ is een initiatief van Kansfonds, Fonds 21 en Pakhuis de Zwijger.
Kostendelersnorm
Het gesprek opent met Robert Zaal van Takecarebnb, ervaringsdeskundige Kelly en Fanny Koerts, co-founder van Up To Us en begeleider van het Jongerenpanel De Derde Kamer. Takecarebnb matcht vluchtelingen aan gasthuishoudens voor een verblijf van maximaal drie maanden. Robert Zaal zag het aantal deelnemende gasthuishoudens enorm toenemen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Er is duidelijk sprake van een momentum, de kunst is om dit vast te houden en niet terug te gaan naar bureaucratische obstakels. Tafelgenoot Kelly weet zo een rij met oplossingen te benoemen om thuisloosheid tegen te bestrijden. Ze heeft zelf ervaring met thuisloosheid en is lid van het Jongerenpanel De Derde Kamer. Haar belangrijkste punt: maak samenwonen aantrekkelijk. Er zijn nu talloze beleidsregels die dit ontmoedigen, terwijl het krappe woningaanbod juist vraagt om aanmoediging. Het Rijk zou bijvoorbeeld de kostendelersnorm volledig moeten afschaffen. Daarnaast zouden de gemeenten veel meer gebruik moeten maken van hun ruimte om maatwerk te bieden. Ook heeft Kelly ideeën over het stimuleren van doorstroom binnen het woningaanbod. Maak het voor ouderen zonder thuiswonende kinderen aantrekkelijker om naar een kleinere woning te verhuizen. In veel gevallen stijgt op zo'n moment de huur, terwijl ze verhuizen naar een kleinere woning. Dit is een belemmerende prikkel die moet worden omgedraaid. Fanny Koerts benadrukt: ‘Het horen van mensen over hun ervaringen met overheidsbeleid mag nog veel meer gebeuren, zeker op een betekenisvolle manier. Want ze kunnen zelf heel goed vertellen en aangeven wat er beter kan'.
Knelpunten
Bianca van der Neut, oprichter van Kamers met Aandacht, schuift aan. Zij matchen verhuurders aan jongeren tussen de 18 en 23 jaar die nog net niet helemaal zelfstandig kunnen wonen. De match is voor 1 tot maximaal 5 jaar. Ook zij ziet veel potentie om meer jongeren te helpen. Door het hele land melden zich huishoudens bij haar organisatie aan, maar het aanbod blijft vaak onbenut. Zo ontbreekt in sommige gevallen een akkoord vanuit een woningbouwvereniging of hypotheekverstrekker om een kamer via Kamers met Aandacht te verhuren. Of financiert de gemeente niet mee. Een rare situatie omdat de wil vanuit de samenleving er wel is, en de kosten voor een plek van Kamers met Aandacht vele malen lager zijn dan de kosten van de maatschappelijke opvang. Het knelpunt ligt vaak bij het inkoopbeleid van de gemeente. Hun zorgbudget is al besteed aan andere initiatieven, en er is geen ruimte voor organisaties als Kamers met Aandacht.
Marit Postma herkent zich in het verhaal. Postma is manager tijdelijk wonen bij de Regenboog Groep in grootregio Amsterdam. De organisatie werkt onder andere met het programma Onder de Pannen, dat een match biedt tussen huishoudens en (dreigend) thuisloze volwassenen. Postma benadrukt het belang van wilskracht bij politiek en beleidsmakers. Er is best ruimte tussen de beleidsregels, maar degenen die het beleid uitvoeren hebben een opdracht nodig voor ze deze ruimte kunnen benutten. Bianca van der Neut valt bij en roept op: ‘Vergunningen zijn vaak een bottleneck, maar met de termen ‘pilot’ en ‘tijdelijk’ is er vaak toch een hoop mogelijk. Dit moeten we met z'n allen meer benutten.’
Kamers met Aandacht werkt in Utrecht samen met woningbouwvereniging Mitros. Van der Neut noemt deze samenwerking een voorbeeld van wat er allemaal mogelijk is vanuit wilskracht. Anemoon van Dijk, manager wonen bij Mitros, licht hun visie en werkwijze toe. Mitros heeft onder andere een denktank waar per complexe situatie wordt gekeken wat er wél mogelijk is in plaats van níet, van waaruit ze lering trekken. Woningbouwverenigingen werken in een spanningsveld, een enorme woningkrapte en zeer veel mensen aan wie het geringe woningaanbod toekomt. Hierin is het een continue afweging wat rechtvaardig is. Het is zeer belangrijk om hierover het interne gesprek te voeren, vanuit casuïstiek. Van Dijk roept echter ook de politiek op om hierin meer visie te ontwikkelen, woningbouwverenigingen moeten meer sturing krijgen in deze afwegingen.
Urgentie van de problematiek
Yvonne Wijnands, kwartiermaker Huisvesting bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken reageert bewonderend op al het initiatief dat zich in de zaal heeft verenigd. Ze onderschrijft de urgentie van de problematiek en benadrukt de ambitie van het ministerie om oplossingen te bieden en de flexibiliteit van de huidige vluchtelingencrisis vast te houden. Centraal staat het gesprek van de Rijksoverheid met de gemeenten. Het Rijk roept gemeenten op meer geoormerkt te bouwen voor groepen die in de knel zitten op de huidige woningmarkt. En om beleidsruimte beter te benutten, bijvoorbeeld in het ombouwen van leegstaande kantoorpanden naar woonruimte. Don Ceder, Tweede Kamerlid van de ChristenUnie voegt toe dat er op dit moment nieuw beleid op dak- en thuisloosheid wordt ontwikkeld. Preventie, vroegsignalering en Housing First moeten centraal komen te staan. Zodat uiteindelijk niemand meer op straat hoeft te staan.